In reactie op de kritiek heeft het IPCC* in 2018 voor het eerst een scenario voor de vermindering van koolstofemissies gepubliceerd dat in overeenstemming is met het Akkoord van Parijs en dat niet gebaseerd is op hypothetische technologieën om de emissie om te keren. Het scenario is ontwikkeld door A. Grubler.* En het staat bekend onder de naam Low Energy Demand (LED). Het is gebaseerd op het voornemen om het wereldwijde energieverbruik tegen 2050 met 40 procent terug te dringen. Een dergelijke reductie maakt het veel makkelijker om de overgang naar 100 procent duurzame energie te realiseren. Het belangrijkste kenmerk van dit scenario is dat de wereldwijde materiële productie en consumptie fors afneemt: ‘De totale materiële productie neemt vanaf nu met bijna 20 procent af. Een derde daarvan wordt bereikt door een dematerialisatie van de economie en twee derde door een efficiënter materiaalgebruik.’
LED maakt een onderscheid tussen noordelijke landen en zuidelijke. In het Noorden daalt de industriële productie en consumptie met 42 procent, in het Zuiden met 12 procent. Gegeven de enorme voorgenomen verhoging van de energie-efficiëntie vertaalt dit zich in een daling van de industriële energievraag met 57 procent in het Noorden en met 23 procent in het Zuiden.
Het LED-model is een ‘ontgroei’-scenario – een geplande inperking van de materiaal- en energiedoorvoer in de wereldeconomie. De opname in het IPCC-rapport – als enige scenario dat niet gebaseerd is op twijfelachtige negatieve emissietechnologieën – wijst erop dat ontgroeien de enig haalbare manier kan zijn om de emissiereducties van het Parijs-akkoord te bereiken. Dit is een belangrijke mijlpaal in het denken over de aanpak van het klimaatprobleem. Deze benadering is aantrekkelijk omdat ze niet alleen emissies en klimaatverandering aanpakt, maar ook de ecologische impact vermindert, door onder meer ontbossing, chemische vervuiling, bodemuitputting, verlies van biodiversiteit tegen te gaan.*
Verschillende beleidsmaatregelen zouden kunnen helpen om de materiaaldoorvoer conform het LED-scenario te verminderen. Bijvoorbeeld: Met wettelijk vereiste uitgebreide garanties kunnen producten als wasmachines en koelkasten dertig jaar meegaan in plaats van tien. Je zou geplande ‘veroudering’ kunnen verbieden en een ‘recht op reparatie’ kunnen eisen, zodat producten goedkoop (en zonder onderdelen van precies dat merk) gerepareerd kunnen worden. We zouden wetgeving kunnen opstellen om voedselverspilling tegen te gaan (zoals Zuid-Korea, Frankrijk en Italië doen). We zouden rood vlees kunnen belasten om een verschuiving naar minder grondstoffen vergende voedingsmiddelen te bevorderen. We zouden eenmalige verbruikskunststoffen kunnen verbieden. En we zouden een eind maken aan reclame in de openbare ruimte om de druk op ons materiaalverbruik te verlagen.
Om een substantiële en blijvende vermindering te bereiken, zal het uiteindelijk echter nodig zijn om een bovengrens te stellen aan het jaarlijkse materiaalgebruik en deze grens jaar na jaar aan te scherpen, totdat we een gebruiksniveau hebben bereikt dat door ecologen als duurzaam wordt aangemerkt (namelijk 50 miljard ton per jaar op een wereldwijde schaal, of 6-8 ton per hoofd van de bevolking).*