34 Coöperaties

dit is een persoonlijke samenvatting

Coöperaties

De definitie van een coöperatie volgens ICA :
‘Een autonome vereniging van personen, vrijwillig verenigd om hun gemeenschappelijke economische, sociale en culturele behoeften en ambities te vervullen door middel van een democratisch gecontroleerde onderneming in gezamenlijk eigendom’.
De ICA gaat uit van zeven principes:

    1. Vrijwillig en open lidmaatschap
    2. Democratische ledencontrole (het één-lid-één-stemprincipe; leden nemen deel aan coöperatief bestuur en gekozen vertegenwoordigers moeten aan hen verantwoording afleggen)
    3. Economische participatie van leden
    4. Autonomie en onafhankelijkheid
    5. Verbintenis tot voorlichting over het ethos en de praktijk van de coöperatie
    6. Coöperatie tussen coöperaties
    7. Zorg voor de duurzame ontwikkeling van hun gemeenschap.

Coöperaties werken in een aantal sectoren en bestaan uit drie hoofdtypes:

1. Producenten of werknemersorganisaties
2. Consumentencoöperaties
3. Kredietcoöperaties of kredietverenigingen

Coöperaties hebben hun uitgangspunten niet vast kunnen houden, omdat ze ingelijfd zijn door grotere machten, zoals dictaturen. Andere coöperaties zijn zich hoe langer hoe meer gaan richten op het maken van winst, waardoor ze hun oorspronkelijke doelstellingen uit het oog verloren hebben.
Een oorzaak hiervan is de economische druk in een competitieve omgeving en de wil om in die omgeving te kunnen overleven.
Een andere oorzaak van het afdrijven van de doelstelling, heeft met schaalgrootte te maken, bijvoorbeeld als een groeiende coöperatie meer behoefte heeft aan kapitaal dan de leden willen of kunnen inbrengen. Bovendien kan de groeiende schaal en toenemende complexiteit er toe leiden dat leden zich niet meer verbonden voelen en passief worden.

Manieren om te zorgen dat coöperaties vast blijven houden aan hun doelstelling variëren.
Eén belangrijke factor is de nadruk op voorlichting over de uitgangspunten en nadrukkelijk beleid om de ledendeelname aan het beleid te versterken.
Een andere belangrijke factor is het opbouwen van banden tussen coöperaties om de reguliere economie te omzeilen. Leden die iets in gezamenlijk eigendom hebben, hebben doorgaans bredere belangen dan alleen de hoogte van de prijs.
Tenslotte kan de keuze van ‘kopiëren’ dus meer kleine coöperaties in plaats groei van één grote, helpen bij het behoud van betrokkenheid van de leden.

In vergelijking met gangbare, op winst gerichte ondernemingen op basis van extern aandelenbezit, zijn coöperaties meer geschikt door een ontgroei-economie. Want:

 Regels aandelenbezit. Aandelen van coöperatieleden zijn doorgaans niet overdraagbaar aan anderen en kunnen doorgaans alleen tegen hun oorspronkelijke waarde worden ingeleverd. Dit ontmoedigt groei-voor-de-groei-activiteiten. Hierdoor richt het lidmaatschap zich meer op de lange termijn en op de buurt waardoor de kans groter is dat rekening gehouden wordt met de gemeenschap- en milieuwaarden op lange termijn.

 Beheersstructuur. De democratische beheersvorm maakt de besluitvorming toegankelijker voor meer belanghebbenden. Doorgaans vallen de belangenverschillen tussen eigenaars, aandeelhouders, werknemers en consumenten weg. Daarnaast is er vaker sprake van wederzijdsheid.

 Geld als ‘dienaar’, niet als ‘meester’. De coöperatie is niet verplicht om de winst voor de aandeelhouders te maximaliseren. Dit maakt het mogelijk te kiezen voor andere doeleinden, zoals behoud op lange termijn, werkgelegenheid en milieuaspecten. Bovendien is de coöperatie doorgaans gericht op het vervullen van de échte behoefte van haar leden.
Er zijn nog maar weinig coöperaties betrokken bij de ontgroei- en milieubeweging. Maar er zijn wel al voorbeelden die laten zien dat dit voordelig zou kunnen uitpakken. Denk aan de opkomst van de sociale, solidaire en inclusieve economie. Denk ook van de koppeling van deze sociale economie aan de milieuproblematiek en thema’s als gezondheid.

Het internationale netwerk ter bevordering van de sociale en solidaire economie (RIPESS) verklaarde na de Rio+20-top in juni 2012:
“Veel initiatieven leveren het bewijs dat het mogelijk is om een samenleving te bouwen waar het leven, de onderlinge verschillen van mensen, het zelfbestuur, de milieu- en sociale rechtvaardigheid aan ten grondslag liggen, dit in tegenstelling tot de gangbare economie die gebaseerd is op kapitaal.”

Er zijn al veel verwevingen te zien met coöperaties en ‘grassroot-bewegingen’.Grassroot- processen worden aan de basis ontwikkeld, veelal door burgers in plaats van door beleidsmakers. Denk aan biologische voedselnetwerken, consumentenorganisaties, tijdbanken (zoals LETS-ruilkringen), lokale munten, gemeenschapstuinen, sociale woningen enz.