35 Digitale Commons

dit is een persoonlijke samenvatting

Digitale commons

Digitale commons zijn online Creation Communities (lees netwerken, gemeenschappen), die niet-exclusieve digitale informatie en kennisbronnen delen die collectief zijn gecreëerd. Gewoonlijk zijn deze middelen eigendom van en/of in vrij gebruik tussen of binnen die gemeenschappen en zijn ze ook beschikbaar voor gebruik door derden. Ze worden gebruikt en hergebruikt, maar vormen geen handelswaar. Gemeenschappen van ‘back-to-the-landers’ behoorden tot de eersten, die een sociaal gebruik voor het internet zagen en virtuele gemeenschappen creëren.

De verspreiding van het internet en personal computers (pc's) verlaagde barrières en er ontstonden uitingen van een nieuwe, vrije cultuur met als doel het gezamenlijk creëren van culturele inhoud en zorgen voor universele toegang tot kennis. Het meest bekende voorbeeld is Wikipedia. Youtube (Google) en Flickr (Yahoo) populariseerden de online samenwerkings-infrastructuur, maar veranderden de voorwaarden voor het gebruik van een logica van de commons naar logica, waar bedrijven de belangrijkste aanbieders zijn. Bij de digitale commons zoals Wikipedia is de gemeenschap betrokken bij de aanleg van infrastructuur en heeft meer controle over het ontwerp van het proces. Onder een bedrijfslogica zijn de meeste bronnen van controle in handen van de infrastructuur-provider en heeft de gemeenschap van gebruikers meestal haar macht verloren.

Er zijn verschillende raakvlakken tussen ‘degrowth’ en de beweging van de digitale commons. Beide stellen het heersende paradigma van de consumptie ter discussie. De digitale commons promoten het concept van de prosument (producent-consument); een persoon die deelneemt in de online gemeenschap en waarde consumeert, maar ook waarde voortbrengt.

Producten en gebruikswaarde zijn geen handelswaar, maar toegankelijk als publieke diensten. De digitale commons voeren wel degelijk de oproep van ‘degrowth’ voor ontmarkting uit. De productie of het creëren van de gemeenschappelijke hulpbron wordt niet gedreven door commerciële motieven en arbeidscontracten, maar door vrijwillige betrokkenheid.

De mensen van de digitale commons zijn, net als voorstanders van ‘degrowth’, kritisch en ze weerstaan adverteren. Bovendien zijn in de digitale commons de productiemiddelen onder de controle van de gemeenschappen, gericht op het bevredigen van hun sociale behoeften en gemeenschappelijke missie, in tegenstelling tot het kapitalisme waar ze particulier bezit zijn en het doel van winst maken dienen.

In tegenstelling tot traditionele commons bieden de nieuwe technologieën van informatie en communicatie toegankelijkheid van informatie en kennis, die geen rivalen kent en niet uitgeput kan worden. Anderzijds hangen digitale commons af van een infrastructuur die natuurlijke grondstoffen verbruikt (schaarse materialen voor mobiele telefoons, elektriciteit voor computers, kabels in oceanen, elektromagnetische velden, enz.) en draagt daarmee bij aan de uitputting daarvan. Dit is iets waar digitale commons veel te leren heeft van de mensen van ‘degrowth’.

Energetica en energiebeperkingen zijn in het digitale common-gemeenschappen niet in beeld.